CC0 picture from Pexels.com

Het Centraal Plan Bureau verwacht op korte termijn een aanhoudend gunstige conjunctuur. Dat is compost voor aanhoudende bevolkingsgroei. Ook in 2019 zal de immigratie hoog blijven. Wat op middellange termijn gaat gebeuren is onzeker, maar als de tekenen niet bedriegen blijft het inwonertal niet steken op 18 miljoen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek taxeert de kans op 19 miljoen kleiner, maar sluit het niet uit. In de minder waarschijnlijk geachte variant wordt niet uitgesloten dat het inwonertal medio deze eeuw eventueel de 20 miljoen grens zal naderen.

Brokkelt het ideaal van de koopwoning af?

De aanhoudende groei zal op korte termijn de vraag naar woningen opjagen. De sociale huursector blijft onder druk staan, doordat het absolute aantal sociale huurwoningen daalt als gevolg van regeringsbeleid. De flexibilisering van de arbeidsmarkt draagt voor flex-werkenden bij aan financiële bestaansonzekerheid op langere termijn. Dat legt meer druk op de sociale huurmarkt: ben je niet zeker van je inkomen of is dat niet zo hoog, dan ben je eerder op een huurwoning aangewezen. Dat raakt in sterke mate een onzekere generatie millennials. Deze generatie komt minder dan haar ouders toe aan een koopwoning. Daarmee groeit een markt voor ongesubsidieerde huurwoningen, ook al omdat de sociale huur steeds meer bestemd is voor financieel en psychisch kwetsbaren. Verwarde mensen, senioren zonder koophuis die niet meer naar het verzorgingstehuis doorstromen en alleenstaanden aan de onderkant van de inkomensladder. Het SCP verwacht niet dat de ’onzeker werkenden’ als categorie kleiner wordt. Alles wijst er op dat de druk op de sociale huursector toeneemt. Een clustering van zwakkere groepen in de sociale huursector is misschien niet het doel van het beleid, maar wel de resulterende toekomst.

Zonderen succesvolle Nederlanders zich af?

Aan de ene kant zijn er achterblijvers aan de andere kant succesvolle superkoppels. Die laatste categorie manifesteert zich steeds duidelijker. Allebei hoog opgeleid, een goede baan en in staat een koopwoning in een prettige buurt te kiezen. Het zijn de succesvolle tevreden mensen met een hoge kwaliteit van leven voor zichzelf en hun kinderen. Superkoppels kunnen het voor zichzelf goed regelen. Aan de basis ligt gek genoeg de liefde. Het aantal superkoppels neemt toe doordat het aantal hoogopgeleide vrouwen stijgt en hoogopgeleiden elkaar in hun eigen bubbel ontmoeten. Wat wij zien als romantische liefde, is min of meer onbedoeld evenzogoed een selectie op talent. Dat zie je terug in de kille cijfers. Hoewel niemand sociale en ruimtelijke segregatie als doel heeft kan het wel de uitkomst zijn van ons streven naar een ideale match op de liefdesmarkt.

Hoe reageren teleurgestelde millennials?

Het gaat goed met de kans op een baan. Maar het zijn dan wel vaak flex-banen. Vooral twintigers hebben daarmee te maken. Een vaste baan laat steeds langer op zich wachten. Onderzoek van CBS laat zien dat twintigers en begin dertigers met een flex-baan minder snel een kind krijgen dan leeftijdgenoten met een vaste baan. Ook de stap naar een eigen woning is moelijker voor hen. Minder jonge kopers op de woningmarkt, stijgende leeftijden voor eerste ouderschap en meer jongeren die als boemerangkind terugkeren naar het ouderlijk huis, Met andere woorden , heel wat millennials zien dat ze hun dromen niet kunnen verwezenlijken. In de Verenigde Staten wordt men nu geconfronteerd met een onverwachte duidelijke daling van het geboortecijfer. Onderzoekers twijfelen over de oorzaken, maar kijken toch naar het fenomeen van de onzekerheid. Dat geldt ook voor Zuid-Korea waar het gemiddeld kindertal is gezakt onder één per vrouw. Dat betekent in wezen dat een generatie zichzelf in de volgende generatie halveert. De vraag voor Nederland is of het kindertal laag blijft of er herstel komt naar het niveau van de afgelopen decennia. Zo niet zullen we over twintig jaar een nieuwe trendbreuk hebben en zien we dat de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt achterblijft bij wat we tot voor kort dachten. Wat zullen de consequenties zijn? Langer doorwerken?

Bepalen metropoolregio’s de sfeer?

De stad blijft in trek. Daar is immers alles te vinden dat voor ons leven van belang is: werk, afwisseling, keuzemogelijkheden, aandacht. Daarbij lijkt het wel of iedereen in Amsterdam wil wonen. ‘Lijkt’ , want ook andere steden groeien. De cijfers laten zien dat de trek naar stedelijk gebied onverminderd doorgaat. In wezen is een herverdeling van onze bevolking over het land gaande. De aanwas van jonge mensen concentreert zich in toenemende mate niet alleen in de centrale steden van de Randstad, de Brabantse stedenrij en regionale centra als Groningen, Zwolle en Arnhem-Nijmegen. Deze urbanisatiefase houdt aan: alle prognoses wijzen op een verdere concentratie. De steden lopen letterlijk over, en daardoor ontstaat groei in omliggende gemeenten zoals Almere en Amersfoort. Amsterdam groeit desondanks door naar een miljoen inwoners. Soms lijkt het of Amsterdamse normen bepalend zijn voor wat mag in andere delen van het land. Komt dat misschien door de kwantitatieve kracht van een stad die straks Neêrlands eerste ‘miljoenenstad’ wordt?

Steden passen zich ook in uiterlijk aan. Onder andere de residentie verwacht een groei met vele tienduizenden inwoners en moet die onderbrengen op een beperkt grondgebied. Wat tot voor kort onmogelijk leek wordt werkelijkheid: de woningen gaan de hoogte in. Zelfs Eindhoven zoekt het komende jaren hogerop.

Waarom willen we anders wonen?

We hebben behoefte aan onze individuele vrijheid. Die gaat zo ver dat we steeds vaker alleen door het leven gaan. Niet zozeer omdat we dat willen, maar omdat het niet meer vanzelfsprekend is dat we iemand vinden die onze levensgezel wil zijn. Om dat te compenseren zoeken mensen meer naar alternatieve woonvormen. Bijvoorbeeld een eigen privéruimte in combinatie met een gedeelde ruimte. Dat is de trend onder jongeren. Maar ook ouderen die lang zelfstandig moeten blijven wonen zullen merken dat zorg en hulp steeds lastiger te regelen zijn. Groepswonen heeft meer te bieden. En dat geldt ook voor wonen in grotere gemeenten. In steden zijn allerlei voorzieningen dichterbij. Dus zullen niet alleen jonge mensen uit de kleinste dorpen vertrekken. Dat het platteland verder vergrijst is zeker. En de stedelingen van nu, zullen in de stad blijven. Wie nu vijftig is behoort over enkele jaren tot de stadsveteranen van straks. Steden zullen daar op moeten aanpassen. Ouderen wonen nu eenmaal vaker alleen. Juist door de zelfstandigheid komt er een toenemende behoefte aan aandacht of verbondenheid. Net als in het buitenland zijn er ook in Nederland tekenen dat ouderen vaker willen samen wonen. Woonvormen waar men een oogje op elkaar kan houden groeien in belangstelling inkopen. Ook de vraag naar micro-wonen geeft aan dat er andere woningvraag ontstaat Ze staan voor een hang naar verbondenheid, flexibiliteit en tijdelijkheid en duurzaamheid. Daar gaan vast nog mooie dingen uit voortkomen.

Lees op zijn profielpagina meer over de spreker Jan Latten of neem contact op via de contactpagina.

janlatten